Formule Bushcraftweekend blijft verrassen
Door Rianneke Mees
Het bushcraftweekend van Stichting bushcraft blijft zichzelf vernieuwen. Dat bewees de editie van 23 tot en met 25 mei 2014 die werd gehouden op het terrein Spelderholt bij Hoenderloo.
Het bushcraftweekend werd al voor de achttiende keer georganiseerd, maar daarmee was het nog geen herhalingsoefening. Natuurlijk waren er de klassieke bushcraftworkshops zoals veilig omgaan met mes en bijl, een tarp bouwen en vuur maken met een vuurboog, maar voor wie eens wat anders wilde, was er volop keus. Van de 36 workshops was maar liefst de helft een nieuw item op het weekend.
Voorzitter van de Stichting Bushcraft Johan Mees liet zijn deelnemers aan de workshop ‘Diersporen en tracking’ meedenken. Bijvoorbeeld over de vraag van wie de poten waren die hij had meegebracht. Zijn aanpak was anders dan gebruikelijk bij excursies, waar de gids enkel elementen aanwijst en de bijpassende naam noemt. De deelnemers werden uitgedaagd vragen te stellen bij hetgeen ze zagen. Bijvoorbeeld over het tempo van het dier waarvan het spoor was. Daarvoor werd eerst – met een deelnemer als levend voorbeeld- uitgelegd hoe de pootafdrukken van een dier staan wanneer hij in stap, draf of galop gaat. En de deelnemers moesten nadenken over de vraag wat het dier aan het doen was en wat zijn doel was. Nadat zij in twee groepen zelf op pad waren gegaan om diersporen te zoeken, werd hun onderzoeksmentaliteit op de proef gesteld bij een gipsafdruk van een spoor van een edelhert, dat Johan de avond van tevoren had gemaakt. Gepoogd werd een antwoord te vinden op de vraag of de ree een mannetje of een vrouwtje was en welke gang het dier had gehad.
Nieuw waren ook de workshops van Thijmen Gelens en Aswin Burgraaff, die lieten zien hoe ganzen gevild worden en hoe je huiden van bijvoorbeeld Galloways bewerkt. Hun grote opstelling trok veel bekijks en ook de deelnemers die niet aan de workshops meededen, konden gedurende het hele weekend bij hen terecht voor vragen. Nieuwkomer Sam Post – die ook een workshop gaf over het looien van dierenhuiden- pakte het met de huiden van konijnen wat kleiner aan. Op de tweedehands markt van het bushcraftweekend, waren de door haar gelooide muizenvelletjes snel uitverkocht.
Wie wilde leren koken op vuur en kolen, kon terecht bij Arriën Stegehuis. Hij had veel vuurschalen en kookmateriaal meegenomen, waardoor er een grote groep kon oefenen met koken op vuur. Rob Kleinlugtenbeld gaf uitleg over het maken van touw van rawhide. Zijn vrouw Iris gaf op zaterdagavond een workshop genaamd ‘Nox’, waarin deelnemers met behulp van kaarten bij een vuurtje werden gestimuleerd over gedachtes en dromen te praten. Zij had die avond veel concurrentie van Mark Peels, die uitlegde hoe je aan de hand van de sterren kunt navigeren. De volgende dag was de –op dit weekend veel aanwezige- zon zijn ijkpunt en ook bij deze workshop was er veel interesse.
Vragen over wat bushcraft eigenlijk is en op welke manier je dat het beste beoefent, kwamen aan de orde bij de nieuwe workshop ‘Walk en talk’ van Else de Feber. Heet het nog wel bushcraft als je in een tent slaapt? Wat heb je er aan als je je kinderen meeneemt? Is wildkamperen in Nederland wel aantrekkelijk? Dat leverde interessante gesprekken in tweetallen op, die tijdens een boswandeling werden gevoerd. Uit de antwoorden bleek eens te meer de diversiteit van de deelnemers aan het bushcraftweekend en de tolerantie die er heerst: ieder heeft zijn of haar eigen manier van bushcraften, maar de beleving van de natuur staat centraal.
Discussies werden er ook gevoerd bij de nieuwe workshop van Geertje Jansen en Jeroen Berber. Dat begon al bij de aankondiging van de workshop ‘Lowbudget gear’; waarom zou het nodig zijn om dure spullen aan te schaffen om te bushcraften? De workshopgevers en de deelnemers wisselden tips uit over goedkope alternatieven voor materiaal om bijvoorbeeld te slapen en te koken. Opvallend was dat ondanks de vele besparingstips sommige deelnemers op bepaalde onderdelen niet wilden bezuinigen. Met name aan de kwaliteit van de schoenen en de bijl wordt toch veel waarde gehecht.
Voor de kinderen op het weekend – van wie er velen al jaren meegaan- was er ook veel nieuws te ontdekken. Vier workshops waren bij uitstek geschikt voor kinderen, en alle vier waren nieuw. Er was een oriëntatietocht voor oudere kinderen, er werden kleiwerkjes versierd met natuurlijk materiaal en kandelaars gemaakt van hout. In de workshop ‘Tekenen met natuurlijk materiaal’ van Daniëlle te Veldhuis werden bloemen verzameld waarmee vervolgens getekend werd. Dat leverde verrassingen op; met boterbloemen krijg je prachtig geel en kleefkruid blijkt goed bruikbaar om mooie groentinten te maken. Alleen blauw bleek lastig te maken met bloemen; daarvoor zouden in het najaar bessen gebruikt kunnen worden. Deze workshop was overigens niet voorbehouden aan kinderen: ook enkele volwassenen lieten hun creativiteit spreken.
Behalve nieuwe workshops waren er natuurlijk ook veel nieuwe deelnemers. Van de tweehonderd bushcrafters was grofweg een derde voor het eerst op het evenement. Het voornemen om vaker te komen naar het bushcraftweekend, werd veel gehoord. Bij het gezamenlijk kampvuur was zaterdagavond Abe de Verteller te gast, die onder meer het verhaal ‘De rijke bramenplukker’ van Godfried Bomans met verve voordroeg.